Het principe gaat als volgt:
De seingever legt een "reisweg" aan, door op de knoppen te drukken van de zones. Deze reisweg wordt door de PC gecontroleerd op conflicten, d.w.z. eventuele kruisingen met bestaande reeds aangelegde reiswegen, bezette wissels, enz... Dan worden de wissels die op die reisweg liggen omgelegd, met inbegrip van veiligheidsstanden van wissels die niet op de reisweg liggen, maar een veiligere toestand creëren voor als er een andere trein door het rood zou rijden. Zo kunnen er nooit treinen op elkaar botsen in de meeste gevallen... Als alle wissels goed liggen, wordt de reisweg "actief". Actieve reiswegen kunnen seinen open zetten. Kunnen, want er wordt eerst nagegaan of dit wel kan! Zo kan de sectie afwaarts van het sein niet "vrij" zijn, een overweg nog niet gesloten, een seinstoring, enz... Als dan het sein effectief open komt, is het seinbeeld afhankelijk van het volgende sein. Ook dit alles wordt door de PC gecontroleerd. Wanneer de trein door het openstaande sein rijdt, valt het weer op rood en na een tijdje wordt de reisweg afgebroken.
Seintableau op TFT touchscreen... |
Wat
ik gebruikt heb:
- Intellibox (als regelaar, maar vooral als interface tussen de modelbaan en de PC)
- PC met software van Railroad & Co, van Freiwald. Traincontroller genaamd
- Seindecoders DCC van Brelec
- Bezetmelders zelfbouw
- Wisseldecoders van LDT
- S88-decoders van Viessmann
-
Véééél
geduld...
Allereerst,
een woordje uitleg waarom ik voor het programma RR&C gekozen heb,
en niet voor andere, gangbare programma's.
RR&C
kon ik naar mijn hand zetten om de "images", de seinen zeg
maar, een Belgisch karakter te geven. Ik gebruik nog steeds (anno
2012) de reeds zeer oude versie 4.7, omdat ik ze daar kan importeren.
Het is te zeggen, ik maak gebruik van het feit dat ik het bestaande
sjabloon kan bewerken en overschrijven...
Daarnaast
werkt RR&C met reiswegen, zoals bij de NMBS. Dit werkt zeer
overzichtelijk.
En
als laatste kan ik via (weeral eens) een omweg een beperking omzeilen
om seinen aan te sturen die 6 zogenaamde "aspecten"
(seinbeelden) + hun bijhorende combinaties met lichtcijfer of keper
hebben. Je kan officieel in RR&C maar maximaal 4 seinbeelden
laten tonen... Later meer hierover hoe ik dit doe.
Wat
je eerst moet weten over de Belgische seinen; ze kunnen 6 seinbeelden
aannemen ten meeste. Rood, groen, 2-geel, rood-wit,
groen-geel-verticaal, groen-geel-horizontaal. Daarnaast kunnen er nog
bijkomende aanduidingen zijn, zoals een lichtcijfer en/of keper.
Seinen voor op tegenspoor knipperen, maar wel enkel de lampen. Cijfer
en keper branden vast!
Wat
je eerst moet weten over de seindecoders; deze nemen 5
decoderadressen in beslag. Elk adres kan 0 (uit) of 1 (aan) zijn. Als
je dus bijvoorbeeld het adres van de decoder instelt op "20",
dan gaat hij van 20 tot 24 innemen. De uitgangen (verdergaande op ons
voorbeeld) zijn standaard zo gedefiniëerd:
20:
0=rood / 1= groen
21:
0=2-geel / 1= rood-wit
22:
0=ggv (groen-geel-verticaal) / 1=ggh (groen-geel-horizontaal)
23:
0=keper uit / 1=keper aan
24:
0=lichtcijfer uit / 1=lichtcijfer aan
Bij
een tegenspoorsein kan je de uitgangen aan adressen 20 t/m 22 laten
knipperen aan een ingestelde frequentie. De keper en het lichtcijfer
blijven aldus zo vast branden!
Heel
het princiepe van seinen aansturen is als volgt chronologisch samen
te vatten:
1)
klikken op de knop van de zone waar je van wil vertrekken.
2)
kiezen of je in GB (grote beweging) of kb (kleine beweging) wil
toekomen. (later meer hierover)
3)
klikken op de knop van de zone waar je naartoe wil.
4)
als er geen conflicten zijn met andere reiswegen, en als de betrokken
wissels niet bezet zijn, dan wordt de reisweg aangelegd.
5) de
wissels in die reisweg worden in de juiste stand gezet.
6) in
sommige gevallen worden wissels in een beschermingsstand gezet.
(later meer hierover)
7)
reisweg wordt actief en er kan aangestuurd worden.
8)
naargelang de reisweg wordt gekeken welke situatie zich voordoet, en
wordt het sein "open" gezet als de volgende sectie vrij is.
9)
het sein valt automatisch "dicht" (rood) wanneer de trein
door het sein rijdt.
Hoe stuur ik dit alles nu aan?
Wel, hier het grote geheim...
Het
sein dat op het optisch kontrole bord (ook wel OKB genoemd) staat,
gaat in de meeste gevallen het decoderadres niet écht aansturen. Het
dient enkel ter visualisatie. Het speelt verder ook een rol in de
opeenvolging van seinbeelden. Enkel de seinen die 2 seinbeelden
kunnen geven, gaan daadwerkelijk ook een adres aansturen. Voorbeelden
daarvan zijn:
-
lichtcijfers onder de seinen
-
kepers boven de seinen
-
vereenvoudigde stopseinen (geel/rood)
U
merkt het; een sein "full-option", zijnde 6 seinbeelden en
een keper en een lichtcijfer zijn daadwerkelijk 3 afzonderlijke
seinen op het OKB. En enkel de keper en het lichtcijfer worden
daadwerkelijk aangestuurd, het sein zelf dient enkel ter
visualisatie. De beeltenissen van de verschillende onderdelen van dit
full-option sein zijn zo gemaakt dat het lijkt of het 1 sein is. (zie
figuur A)
De 6
seinbeelden worden aangestuurd door seintjes op een apart tabblad,
genaamd "seinstelsels". Hier wordt de programmering gedaan
voor de opeenvolging van de seinen volgens een bepaalde reisweg.
Immers, als je van zone A naar spoor I gaat, is het sein volgend op
sein C19 het sein H19. Hiervoor moet er een wissel aan 40 km/u
genomen worden, dus moet ook het lichtcijfer 4 branden onderaan het
sein! (zie figuur B)
Ga je
echter naar spoor II, dan is het volgende sein het sein D19! In dit
geval moet het lichtcijfer gedoofd zijn... Alles is dus afhankelijk
van een bepaalde reisweg. In sommige gevallen levert dit een aardig
aantal mogelijkheden op per sein, dus geduld is de boodschap! (zie
figuur C)
Figuur A |
Figuur B |
- een
"2 aspect signal" voor de funties rood/groen
- een
"3 aspect signal" voor de functies 2-geel/rood-wit
- een
"3 aspect signal" voor de functies ggv/ggh
Waarom
nu een "2 aspect signal" voor de functies rood/groen
gebruikt wordt, en voor de anderen een "3 aspect signal",
is gekomen uit de ervaring. Later hierover meer uitleg!
Alle
sturingen gebeuren met "logische poorten". Deze zijn samen
te vatten in:
-
AND: "EN"-poort (symbool &)
- OR:
"OF" -poort (symbool >=1)
-
NOT: "NIET" -poort (geen symbool, maar het wijst zichzelf
uit)
Bij
een AND-poort moeten ALLE ingangen actief zijn, wil je een uitgang
hebben. Bij een OR-poort moet er MINSTENS 1 ingang actief zijn, wil
je een uitgang hebben. En bij een NOT-poort wordt de niet-actieve
ingang omgevormd tot een actieve ingang. Dat zijn de basisprinciepes
waarmee je een heleboel mee kan doen. Door het aaneenschakelen en
combineren maak je een “logische sturing” mogelijk!
Hoe
schakel ik een reisweg? Wel, elke zone heeft een drukknop. Wil je een
trein van uit ons voorbeeld van zone A naar spoor I laten rijden, dan
druk je eerst op de drukknop van zone A en dan op de drukknop van
zone 1. De drukknoppen zijn richtingsgevoelig, dwz reisweg A-1 is
NIET hetzelfde dan reisweg 1-A, omdat hij dan andere seinen gaat
sturen!
Wat
gebeurt er nu als een reisweg “actief” wordt? Wel, kijk eens op
figuur D. Hij legt grafisch zijn reisweg aan op het OKB, en hij gaat
de wissels verzetten die nog niet in de goeie positie staan.
Eventueel kunnen er één of meerdere wissels in een veiligheidsstand
worden gezet die niet op de reisweg liggen. Wissels op de reisweg
zijn “gelocked”, de anderen niet. (slotsymbool naast de wissel)
Figuur D |
In dit geval worden de bezetmelders vermeld van de betrokken wissels...
Figuur E |
- sein H19 staat rood
- sein H19 staat rood-wit
- sein H19 staat 2-geel
- sein H19 staat groen
U
ziet, GGV en GGH worden niet vermeld. Dit komt doordat op het OKB,
wanneer een sein in werkelijkheid GGH of GGV geeft, het symbooltje
enkel 2-geel geeft. Dit spaart een hoop werk in de programmering.
Je
moet nu per mogelijkheid een zogenaamde “flagmen” maken. (zie
figuur F)
Figuur F |
Het
sein C19 heeft zoals gezegd 3 deelseinen. Achter het deelsein “C19
is rood/groen” staan 4 “flagmen” (vlagjes) in het groen. Dit
zijn de verschillende mogelijkheden om het sein C19 groen te laten
geven, namelijk:
- Naar spoor I, sein H19 is 2-geel.
- Naar spoor I, sein H19 is groen.
- Naar spoor II, sein D19 is 2-geel.
- Naar spoor II, sein D19 is groen.
Achter
het deelsein “C19 is 2-geel/rood-wit” staan 4 vlagjes in het
geel. Dit zijn de verschillende mogelijkheden om het sein C19 2-geel
te laten geven. Namelijk:
- Naar spoor I, sein H19 is rood. (zie figuur G)
- Naar spoor I, sein H19 is rood-wit.
- Naar spoor II, sein D19 is rood.
- Naar spoor II, sein D19 is rood-wit.
Achter
het deelsein “C19 is 2-geel/rood-wit” staan 2 vlagjes in het wit.
Dit zijn de verschillende mogelijkheden om het sein C19 rood-wit te
laten geven. Namelijk:
- Naar spoor I.
- Naar spoor II.
Achter
het deelsein “C19 is ggv/ggh” staat 1 vlagje in het paars. Dit is
1 mogelijkheid om het sein C19 GGH te laten geven. Namelijk:
- Naar spoor II, sein D19 toont cijfer 4.
U
ziet, er zijn een heleboel mogelijkheden. Bij dit sein valt het al
bij al nog mee, er zijn immers maar 2 reiswegen. Kijk maar eens op
figuur D bij het sein CX19!
Laten
we nu het vlagje “sein C19 is 2-geel (naar 1, sein H19 is rood)”
eens onder de loep nemen... (zie figuur G)
Naast
de eigenschappen van de naam van het vlagje (alles heel goed benoemen
om er nog aan uit te kunnen achteraf!), en de kleur (in dit geval
geel omdat het vlagje het sein 2-geel laat schakelen), kunnen we de
“triggers” ingeven. Dit wil zeggen; wanneer moet het vlagje
“actief” worden en zijn acties uitvoeren? In dit geval zijn de
triggers: (zie figuur G)
Figuur G |
- Reisweg A-1 moet actief zijn. (uiteraard)
- Bezetmelder SK1 mag niet actief zijn. (er mag niets op spoor 1 staan)
- Schakelaar kb van zone 1 mag niet actief zijn. (anders geeft hij rood-wit)
- Sein H19 (het symbool van op het OKB) moet rood zijn.
De
volgorde van deze dingen speelt geen rol. Bovenaan de elementen zie
je de keuze AND of OR. In dit geval moet die op AND staan, omdat aan
AL deze voorwaarden moet voldaan zijn wil het vlagje actief worden!
De
schakelaar kb dient om een trein te laten komen op een spoor dat
“bezet” is. Het kan ook gebruikt worden om een locomotief te
laten weten dat hij achter het volgende sein moet terugkeren... Het
sein komt dan open met rood-wit (kleine beweging of kb). Je moet de
schakelaar kb opgezet hebben voordat je op de drukknop drukt van de
zone waar je naartoe wil. De schakelaar wordt automatisch afgezet
wanneer de reisweg afgebroken wordt. Dit is een klein hulpmiddeltje
dat ik bedacht heb om een sein open te zetten in kleine beweging...
Welke
handelingen moet het vlagje nu doen? Wel, je kan bij zijn
eigenschappen ook de “operations” (handelingen) definiëren. Wat
moet er gebeuren als het sein C19 open komt in deze situatie? (zie
figuur H)
- Het deelsein “C19 2-geel/rood-wit” moet 2-geel geven.
- Het seinsymbool op het OKB moet 2-geel geven.
- Het lichtcijfer 4 op het OKB met aan gaan.
Hier
worden daadwerkelijk de decoders aangestuurd met hun adres! Behalve
het seinsymbool op het OKB, dat louter ter illustratie dient...
Hier
speelt de volgorde van de elementen WEL een rol. Hij gaat bovenaan
beginnen en zo naar onder.
Figuur H |
Hoe
wordt een sein nu “dichtgezet”? Dat kan gebeuren door 2 acties:
- De trein rijdt door het sein.
- De reisweg wordt manueel afgebroken.
Het
eerste geval is het meest logische. De trein ziet het sein open staan
en vertrekt. Wanneer de eerstvolgende bezetmelder actief wordt, dan
wordt de reisweg afgebroken. En als de reisweg wordt afgebroken, dan
kan je daar acties aan koppelen! (zie figuur I)
Figuur I |
- Het lichtcijfer 4 moet doven.
- Het deelsein “C19 rood/groen” wordt rood gezet.
- Het deelsein “C19 2-geel/rood-wit” wordt rood gezet.
- Het deelsein “C19 ggv/ggh” wordt rood gezet.
- Het OKB sein C19 wordt rood gezet.
- De schakelaar kb zone 1 wordt afgezet.
De
eerste 2 gaan daadwerkelijk een decoder aansturen, maar de anderen
niet. Het deelsein “C19 2-geel/rood-wit” is zoals eerder gezegd
een “3-aspect signal”, maar het is zo gedefiniëerd dat enkel bij
het “rood zetten” er geen decoder wordt aangestuurd. Bij de
andere functies (2-geel en rood-wit) wél!
Waarom
is dit nu? Wel, je moet een soort “normale fase” creëren, anders
heb je problemen bij een volgende aansturing van de decoder. Alles
werkt namelijk met “pulsen”. Eens de puls weg is, wordt hij niet
meer aangestuurd tot de volgende puls. Bijvoorbeeld; het sein is
effectief op 2-geel gestuurd, en achteraf is de reisweg afgebroken en
het sein rood gestuurd. Maar het deelsein “C19 2-geel/rood-wit”
staat nog steeds op de status “2-geel”. De volgende keer dat je
dat sein 2-geel wil zetten wordt dit niet gedaan, omwille dat het
programma denkt: het staat al op 2-geel! En die puls naar de decoder
wordt dus niet meer verzonden! Het is iets wat ik proefondervindelijk
heb geleerd... Door de deelseinen allemaal op een “normale fase”
te zetten wanneer de reisweg afgebroken wordt, staan ze allemaal
klaar om een volgende puls te ontvangen! Als voorlaatste wordt het
OKB seintje rood gezet om het visueel weer te geven op het OKB, en
als laatste wordt, zoals eerder beschreven, de schakelaar kb van zone
1 afgezet. Dit is, wanneer deze bediend werd, te vermijden dat bij
een volgende aanlegging van een reisweg naar deze zone, het sein in
kleine beweging wordt open gezet...
Merk
dus op dat standaard alles in grote beweging geschiedt. Dit heeft als
gevolg dat, wanneer een reisweg wordt aangelegd, deze ook actief
wordt en zijn wissels schakelt. MAAR als de volgende sectie nog
steeds bezet is, gaat het sein NOG NIET open komen! Pas wanneer de
vorige trein de sectie verlaten heeft, dan pas komt het sein open...
Stuur je in kleine beweging, dan komt het sein na het aanleggen van
de reisweg WEL direct open, zij het wel met rood-wit!
Zo,
een hele boterham hé! Ik hoop dat je er iets uit geleerd hebt, en er
de logica van inziet. Dit is een complexe zaak, dat nog toeneemt
naarmate de reiswegen uitbreiden. Maar het princiepe is steeds
hetzelfde... Denk dus in het vervolg niet zomaar: "Het seintje staat groen...", maar weet dat er een hele resem sturingen achter zitten!
Voor
eventuele vragen, shoot! ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten